Lucas is vanochtend om zeven uur opgestaan. Dat doet hij altijd, want de eerste les begint om half negen. Hij heeft altijd even tijd nodig om wakker te worden, te ontbijten en zijn spullen te pakken. Zijn tas is vandaag best vol! Daar zitten zijn Nicolaas-agenda in, zijn etui en de boeken en schriften die hij vandaag nodig heeft. Hij neemt ook altijd een leesboek mee, voor als er eens een uur uitvalt.

Lucas liep in het begin een beetje te zoeken op school, want hij kende de gangen en lokalen nog niet zo goed. Maar nu weet hij precies de weg. Hij heeft gelukkig ook al vrienden gemaakt. David kent hij nog van de basisschool, ze fietsen meestal samen naar het Nicolaas en zetten dan hun fiets in de grote fietsenstalling onder de school. Yasmina zit bij hem in de klas. Vaak hangen ze in de pauze met z’n drieën in de kantine, waar ze hun brood opeten. Als het slecht weer is, gaat Lucas soms met de metro. Daar kent hij ook al een paar kinderen van.

Lucas leert graag nieuwe dingen over de hele wereld. Hij wist niet dat er zoveel vakken bestonden! Aardrijkskunde en natuurkunde zijn zijn lievelingsvakken. Informatiekunde vindt hij ook leuk. Twee keer per week heeft hij KeuzeWerkTijd (KWT): dan mag hij zelf kiezen welk vak hij wil doen. Hij kiest vaak Engels, want daar moet hij nog veel mee oefenen. Hij houdt heel erg van sporten, dus hij zit in de sport+klas, samen met Yasmina. Na school leren ze nu roeien en volgende maand wandklimmen. Echt chill! Zijn vriend David is juist helemaal niet goed in sport, maar hij kan dan weer trompet spelen. Lucas vindt dat heel knap.

Vandaag is hij geschrokken van zijn eerste cijfer voor aardrijkskunde: een zes. Op de basisschool leerde hij nooit en haalde hij heel hoge cijfers! Halverwege de middag is hij ineens een beetje moe. Hij ziet op tegen de toets van volgende week. En hij is zenuwachtig over al het huiswerk. Wat moest hij nou precies lezen, leren en maken? Hij weet het niet meer. Bij de studieles vraagt hij hulp aan zijn mentor. Die vertelt hem hoe hij alles het beste over de week kan verdelen. Het staat nu allemaal goed ingevuld in zijn agenda. Hij voelt zich ineens stukken beter. 

Na de laatste les gaat Lucas nog wat huiswerk maken met Emma, een meisje uit klas 4. Zij geeft hem bijles in Engels en kan alles heel goed uitleggen. Ze kopen eerst wat te drinken. Superhandig, die kantine. Samen zitten ze  aan een van de werkbanken. Dat is een rustig plekje, maar je kunt er alles zien: je kijkt naar beneden in de grote hal en ziet aan de overkant dat een klas les heeft. Het gebouw vindt hij heel erg mooi: de eerste keer dat hij er binnenkwam, wist hij niet wat hij zag! Er is een megagrote trap in de hal. Volgens Yasmina is dat soms een tribune, voor muziek of toneel. Je kunt overal in de school zitten of hangen, en je voelt je nooit alleen.

Dat er op het Nicolaas veel leuke dingen worden georganiseerd, vindt Lucas ook heel fijn. De wendagen met alle sport en spelletjes vond hij heel gezellig. En tijdens de ‘soos’, een soort feestavond, moest hij laatst erg lachen met kinderen die hij daarvoor nog niet kende. Hij heeft gehoord dat iedereen op Nicolaasdag op het podium mag laten zien wat hij kan. Dat durft hij niet, maar David natuurlijk wel, die gaat trompetspelen!