Vakdocent
De docenten helpen leerlingen om de school met een diploma te verlaten. Ze geven advies over het aanpakken van de leerstof en het plannen van huiswerk. Bij een structureel knelpunt licht de docent de mentor in.
Mentor
Elke klas heeft een eigen mentor. De mentor is het eerste aanspreekpunt voor u en uw kind. Diegene kijkt goed hoe het met alle leerlingen gaat, volgt hun leerprestaties en helpt hen bepaalde vaardigheden te ontwikkelen. Bij elk probleem dat te maken heeft met school, kijkt de mentor wat er nodig is. Dit gaat altijd in overleg met de leerling, de ouders en/of de docent. Eventueel verwijst de mentor een leerling door naar de decaan of de afdelingsleider.
Afdelingsleider
De afdelingsleiders zijn het tweede aanspreekpunt voor ouders en leerlingen. Zij sturen de mentoren aan, nemen deel aan het zorgoverleg en kunnen leerlingen, als dat nodig blijkt, doorverwijzen naar
tweedelijns ondersteuning. Als ouders wordt u hier altijd bij betrokken.
Decaan
Een profiel of vakkenpakket, een vervolgopleiding of een uiteindelijk beroep ‒ een leerling moet veel keuzes maken. De decaan helpt daarbij. Het loopbaanoriëntatie- en begeleidingsprogramma (het lob-programma) start bij ons in de derde klas en richt zich op de profielkeuzebegeleiding. In de bovenbouw (klas 4, 5 en op het vwo 6) is het programma gericht op het kiezen van het vervolgonderwijs en beroep. Leerlingen bezoeken dan meerdere Open Dagen en beroepen- en opleidingsmarkten en volgen masterclasses. Zo krijgen ze een helder beeld van hun toekomstmogelijkheden.